Je kent het wel, ’s morgens gaat je wekker af. Véél te vroeg natuurlijk … Je negeert het signaal en draait je nog even om. “Oh nee, overslapen!” Je vergeet haast je boterhammen en komt te laat op het werk of op school. Komt dit scenario je bekend voor? Volg dan deze vijf tips om beter om te gaan met vroeg opstaan.
1. Zet je wekker elke dag wat vroeger
Ben je het niet gewoon om vroeg uit de veren te moeten? Pas je slaapgedrag geleidelijk aan. Zoek uit hoeveel slaap je precies nodig hebt en zet je wekker elke dag een paar minuutjes vroeger tot je de gewenste tijd bereikt. Op die manier raakt je lichaam aan het nieuwe slaapritme gewoon.
2. Win tijd
Geniet je graag zo veel mogelijk van je nachtrust? Zet alle belangrijke dingen al klaar voor de volgende dag. Zo kun je bijvoorbeeld je kledij al kiezen en hoef je de dag nadien niet urenlang voor de spiegel te staan om dan te concluderen dat je helemaal niets hebt om aan te trekken. Ook je boterhammen smeer je het best de dag voordien. Zo bespaar je heel wat tijd en kun je langer slapen.
3. Een carport voor ijsvrije ruiten
Als je auto in de winter buitenstaat, hangt er gegarandeerd een laagje ijs aan je voorruit. Zo kun je natuurlijk niet rijden, dus verspil je behoorlijk wat tijd met de auto ijsvrij te maken. Gevolg: je staat alweer in de file. Met een carport heb je daar geen last meer van. Je hoeft helemaal niet vroeger op te staan én je ruiten blijven gespaard.
4. Sta op zodra de wekker gaat
Gedaan met het lange ‘snoozen’: vanaf nu sta je op zodra je wekker afloopt. Een gouden tip is om je wekker in een andere hoek van de kamer te zetten. Zo ben je verplicht om uit je bed te stappen en heb je ook minder zin om er terug in te kruipen. Vanaf nu kom je nooit meer te laat!
5. Op tijd gaan slapen
De laatste tip is misschien wel de belangrijkste. Zorg ervoor dat je genoeg geslapen hebt, anders functioneer je niet optimaal. Duik dus na je favoriete tv-programma meteen onder de wol. Zo heb je de dag nadien minder problemen om op te staan.